Google
Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
                                                                  
Begrijpend lezen Klas 5 leesstrategie :

Klas 5 leesstrategie

 

Peer tutoring: leren van elkaar
Tweemaal per jaar helpen de kinderen van klas 5 (groep 7) gedurende twee weken dagelijks het eerste kwartier van de periode de kinderen uit klas 2 (groep 4) met vaardigheidstraining technisch lezen. Er worden vaste duo’s gevormd, zodat de tijd niet verloren gaat met het aan elkaar koppelen van kinderen. Ieder duo mag een eigen plek uitzoeken binnen de school. De leerling uit klas 2 (groep 4) leest en de leerling uit klas 5 (groep 7) stimuleert en corrigeert. Naast de ‘leesvitaminestoot’ heeft deze werkwijze ook een bijzonder positief sociaal effect. In beide klassen worden de activiteiten voor- en nabesproken met de eigen klassenleerkracht.

De kinderen van klas 5 (groep 7) bespreken de sessie met hun meester na. Ze vertellen anekdotes over angstige 2de klassers (4de groepers) die de derde dag spontaan op schoot klommen, of over ontwijkgedrag bij kinderen die moeite hebben met lezen. Steeds meer komen ze ertoe dit te koppelen aan hun eigen ervaringen. Hoe je jezelf soms door het begin van een tekst heen worstelt, tot je ergens door geraakt wordt en opeens merkt dat je gemotiveerd bent geworden. Dan verschuift het gesprek hoe de kinderen lezen en die motivatie kan ontstaan.

 

Sebas:

"Als ik iets echt nodig heb om te weten, bijvoorbeeld voor een
spreekbeurt en ik heb eindelijk iets gevonden over haaien, ja, dan
ben ik wel geïnteresseerd.

Elise:

Als een boek heel spannend begint, dan heb ik meteen zin om
het ook uit te lezen.

Fleur:

Ik lees altijd de laatste bladzijde het eerst en als het dan goed
afloopt dan wil ik het wel lezen.

Rakel:

Ja dat jongetje waar ik mee las, die wilde ook de hele tijd weten
hoe het afliep. Omdat hij zo langzaam las, heb ik hem soms een
bladzijde voor gelezen, dan was hij er weer bij.

Meester:

Ik wil even terug naar wat Sebas net zei. Sebas kan jij ons iets
vertellen over hoe jij leest als je iets zoekt?

Sebas:

Nou, ik speur zo een beetje over het papier of ik ergens het
woord haai zie. Dan hou ik een papier bij de regels. Zo’n papiertje
dat je gebruikt als je steeds vergeet waar je was.

Liana:

Ik kijk bij de hoofdstukken, dat gaat veel sneller.

Sebas:

Dit was al in het hoofdstuk over vissen.

Liana:

Maar er staan ook nummers bij, dat zijn de bladzijden."

De kinderen hebben duidelijk verschillende boeken voor ogen en verschillende
manieren waarop met een inhoudsopgave wordt omgegaan. Dit wordt het
onderwerp voor de volgende les.

De volgende ochtend heeft Daniel uit groep 7 zich duidelijk voorgenomen om Fokke
uit groep 4 meer op zijn gemak te stellen. Als Fokke direct weer probeert om naar
zijn juf te lopen vraagt hij hem waarom.

Fokke:

"Ik vind dit boek niet leuk.

Daniel:

Waarom?

Fokke:

Het is gewoon te moeilijk.

Daniel houdt vol:

Wat vind je dan moeilijk?

Fokke:

Die OE of EI (hij wijst de OU aan)

Daniel:

De OU, die kon ik eerst ook nooit.

Fokke:

(verbaasd)
O ja? Die stomme ou hè?

Daniel:

Zal ik een lijstje voor je maken? Iedere keer als we er een tegen
komen, of zo’n andere AU, schrijf ik hem voor je op. Dan kan je ze oefenen.

Fokke:

(enorm enthousiast)
Dan kan ik ze het beste straks!"

Fokke laat terug in de les vol trots zijn lijstje zien. Aan het einde van de twee
weken kan hij de woorden allemaal lezen. De één na laatste dag is hij bijzonder druk wanneer hij terug komt van het lezen. Hij moet van zijn juf een tijdje aan een tafeltje apart zitten. De volgende dag krijgt de juf van Daniel een briefje. "Beste juf A. Lezen is heel moeilijk voor hem en daarom is hij zo vervelend."
Daniel en Fokke kijken uit naar de volgende twee weekse periode later in dat jaar.

(In schema: Klas 2 4. hardop lezen; oriëntatie ad 1 en 2, Klas 5 leesstrategie bepalen; reflectie ad 2: het leesproces)